Consultancy in lokale en regionale besturen: veel gekker moet het niet worden

 


De problematische verwevenheid van consultancybureaus met de beleidsmakers kreeg vooral aandacht op het niveau van de Vlaamse regering en overheid, maar ook bij de lokale en regionale besturen stelt ACOD LRB vast hoe ze invloed uitoefende op de beleidsbepaling. Een schets.


Tijdens de onderhandelingen over een nieuw rechtspositiebesluit kwam de regering (vertegenwoordigd door de kabinetten van Bart Somers, Jan Jambon, Hilde Crevits en Ben Weyts) ineens met een nieuwigheid op de proppen: een ‘facilitator’ moest het pad vrijmaken voor een ‘breed gedragen’ nieuwe rechtspositieregeling. Zo moest men komen tot een ‘win-winsituatie voor werknemers en werkgevers’. Groot was onze verbazing dat het consultancybedrijf MONDEA de facilitator zou worden.

Op de vraag hoe men bij MONDEA was uitgekomen, bleef het antwoord uit. Snel werd echter duidelijk dat MONDEA weinig kaas had gegeten van rechtspositieregelingen bij lokale besturen. Dit werd alvast zo aangevoeld bij de vakorganisaties. MONDEA vroeg vooral veel uitleg aan de sociale partners en leerde zo het vak. Een jaar lang waren wij de opleiders van dit consultancybedrijf. Het kreeg bovendien als enige consultant de teksten in handen van wat uiteindelijk ook de nieuwe rechtspositieregeling zou worden en maakte daar naar verluidt ook reclame mee bij de lokale besturen. Ging het hier over een correcte overheidsopdracht en vooral, verliep de toewijzing wel volgens de regels? Met de resultaten van de facilitatoropdracht werd trouwens geen enkele rekening gehouden. De regering ging potdoof en zonder overleg voort met haar oorspronkelijke teksten.


Zotte kosten


Maar het kan nog straffer. Ons beroep bij de Raad van State kreeg een verweer van de Vlaamse regering van tientallen bladzijden, opgemaakt door het advocatenkantoor Eubelius. Zotte kosten, lijkt ons. Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) beschikt over een legertje ambtenaren die vroeger instonden voor het administratief, bestuurlijk toezicht. Door de afschaffing van dit toezicht (en de beperking tot het klachtentoezicht) lijkt er voldoende ruimte vrijgekomen om dergelijke verweerschriften vanuit de overheid op te stellen. Het agentschap zou het verweer op een onafhankelijke manier kunnen opmaken, vertrekkend van de wet en het algemeen belang. Dit zou de regelgeving ten goede komen. Trouwens, de oorspronkelijke teksten werden ook opgemaakt door de administratie. Het lijkt dan ook logisch en verantwoord dat zij eveneens instaat voor het verweerschrift. Eubelius dus, niet meteen de goedkoopste oplossing, maar blijkbaar het favoriete kantoor van de minister. Eerder deed hij al een beroep op Eubelius om een verweer op te maken voor ons beroep tegen een privatiseringsdossier in Oostende, ten gunste van partijgenoot Bart Tommelein. Nadat de onafhankelijke administratie trouwens een advies tot vernietiging had verleend aan de minister, en de minister het voorgestelde vernietigingsbeslissing eigenhandig had verdraaid tot een niet-vernietiging.


Ontslagdecreet


Ook het ontslagdecreet legde een vreemde weg af. Het kabinet Somers vroeg aan drie juridische bureaus een advies over de mogelijkheid van dit decreet. Het waren zeker niet van de minste en al helemaal niet van de goedkoopste: opnieuw Eubelius, Bloom Law en Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing (SBV). Het advies van Eubelius en van Bloom Law konden we inkijken op basis van de wetgeving openbaarheid van bestuur. Het waren interessante adviezen, vernietigend voor een eventueel ontslagdecreet. Het advies van SBV was helemaal anders opgemaakt, in die zin dat het argumenten bevatte tegen de adviezen van de andere juridische kantoren in. Merkwaardig, zo leek ons, en daarom vroegen we ook de vraagstelling vanuit de administratie op. Die kregen we echter niet te zien, want SBV had een zogenaamd raamcontract met de Vlaamse Regering. Briefwisseling tussen de administratie en SBV moest dus geheim gehouden worden, want het behoorde tot de ‘voorbereidende werken'. Met andere woorden, weeral mochten we de onafhankelijke mening van de administratie niet kennen.’ Het lijkt erop dat SBV enkel diende om juridische spitstechnologie te ontwikkelen om een ontslagdecreet mogelijk te maken. De adviezen van Eubelius en Bloom Law waren noodzakelijk om SBV aan de slag te laten gaan. Op kosten van de belastingbetaler werd een geduldige strategie ontwikkeld waarbij SBV de argumenten van Eubelius en Bloom Law moest ontkrachten. We zijn benieuwd welk advocatenkantoor de voormalige minister heeft ingeschakeld om te reageren op ons beroep tegen dit ontslagdecreet bij het Grondwettelijk Hof. Ons beroep is voor een stuk gebaseerd op het voorafgaandelijk negatief advies van Eubelius. Het zou wel heel cynisch worden dat Eubelius ook het verweer tegen ons beroepschrift zou opmaken. Zij zouden dan hun eigen argumenten moeten ontkrachten. Dat lijkt me zelfs te sterk voor een advocatenkantoor.


Ook uitvoering ontslagdecreet uitbesteed


Sommige lokale besturen konden niet wachten om het ontslagdecreet toe te passen. Om ontslagbesluiten van ambtenaren juridisch correct te laten verlopen, laten ze zich in de meeste gevallen bijstaan door een consultant. De naam die we weer vaak tegenkomen, is die van MONDEA. Maar er lijkt iets meer aan de hand. MONDEA houdt zich niet alleen bezig met de juridische afhandeling van een ontslag van hooggeplaatste ambtenaren, maar staat soms ook in voor de vervanging van de ontslagen ambtenaar. Op die manier krijgt het toch een te grote impact op het personeelsbeleid van de lokale besturen. Het wordt het doorgeefluik van leidend ambtenaren in de lokale sector. Het plukt talenten weg uit de lokale sector, laat ze dure consultancy-opdrachten uitvoeren voor lokale besturen en plaatst ze terug in een leidende positie bij een bestuur. Veel gekker moet het toch niet worden.


Essentiële diensten


Hoewel er dus geen cijfers zijn over de impact van consultancybedrijven in de lokale sector, is het duidelijk dat deze enorm uitgebreid is onder onze Vlaamse regering. Waar consulting vroeger beperkt werd tot een verhoging van de bestuurskracht in samenspraak met de ambtenaren zelf, neemt de consultancysector op dit ogenblik zelfs kerntaken over. Dit is verontrustend voor de werking van de lokale besturen, maar ook voor de democratie. De gevolgen zijn immers niet klein: leidinggevende ambtenaren lopen weg uit een lokaal bestuur omdat de interessante opdrachten uitbesteed worden en omdat ze de politieke druk beu zijn. Ze worden opgevangen door consultancybureaus, die hen op hun beurt uitlenen aan hetzelfde lokaal bestuur, maar dan tegen een hogere prijs. Het bestuur zelf geraakt verzwakt en is verplicht consultancy in te huren omdat het geen expertise meer in huis heeft. Politisering krijgt opnieuw een grote rol in een bestuur, want er blijft niemand meer over voor de noodzakelijke democratische controle. Politisering krijgt opnieuw een grote rol in een bestuur, want er blijft niemand meer over voor de noodzakelijke democratische controle en voor de bewaking van de wet en het algemeen belang.

Lokale besturen zijn essentiële diensten. Dat heeft de coronacrisis aangetoond. Essentiële diensten verdienen sterke ambtenaren, die dankzij de bescherming van een degelijk statuut de beste dienstverlening kunnen aanbieden aan hun bevolking. ACOD LRB zal de ambtenaren alleszins met hand en tand blijven verdedigen.

 

Gert Vlasselaer