Privatiseringen: reduceer aantal schepenambten of verloning burgemeesters en schepenen
Aalst, Dendermonde, Vilvoorde en Gent zijn maar enkele steden die vandaag de dag in de media komen omwille van het afstoten van publieke diensten en dienstverlening onder het mom van besparingen. Telkens zijn de personeelsleden en de bevolking de dupe van het afstoten van publieke dienstverlening. Burgemeesters en schepen blijven altijd buiten schot. Hoe kan dat nu?
Het zijn de personeelsleden die weggesaneerd worden omdat de diensten niet meer door de gemeente worden uitgevoerd, terwijl er niet geraakt wordt aan het aantal schepenen of de wedde van de burgemeester of schepenen. Dit kan omdat zowel het aantal schepenen als de hoogte van de wedde van de burgemeesters en schepenen afhankelijk is van het inwonersaantal en niet berekend worden op basis van hoeveel diensten of personeelsleden ze binnen de gemeente hebben. Dit is toch onlogisch?
Aalst
Neem het voorbeeld van Aalst. Daar is men van plan het stedelijk basisonderwijs af te stoten. Als er geen stedelijk onderwijs meer is, verdwijnt ook de bijbehorende bevoegdheid. Maar die schepen blijft wel zitten. Hij heeft wel nog andere bevoegdheden, maar onderwijs zal toch wel het grootste deel van zijn tijdsbesteding opeisen? Zijn bevoegdheden verminderen, net zoals de werktijd voor zijn schepenambt, maar zijn wedde blijft wel dezelfde. Ook de schepen van Ouderenzorg kan toch niet verantwoorden dat zij evenveel werk zal hebben als de woonzorgcentra worden afgestoten? Ook voor de schepen die verantwoordelijk is voor de kinderdagverblijven kan men dezelfde redenering opbouwen, om nog maar te zwijgen over de bevoegdheid Personeel.
Als het de helft van het personeel en de diensten afstoot, heeft het schepencollege ook de helft minder bevoegdheden en dus de helft minder werk. Het zou dan ook logisch zijn dat ofwel het aantal schepenen met de helft gereduceerd wordt, of dat de wedden van de burgemeesters en schepenen gehalveerd worden.
Huidig systeem beloont afstoting
In een systeem waar het aantal schepenmandaten en de wedden van de mandatarissen gekoppeld worden aan het inwonersaantal, worden de schepenen en burgemeesters als het ware beloond voor het niet meer vervullen van publieke dienstverlening. Zij beslissen publieke diensten af te stoten. Zo hebben ze minder bevoegdheden en werk en kunnen ze minder beleid voeren. Toch blijven ze hun volledige wedde incasseren. Dit is niet enkel onlogisch, maar ook wraakroepend.
Daarom doen wij een oproep om de koppeling met het inwonersaantal te verlaten en zowel het aantal schepenen als de hoogte van de wedde te koppelen aan de dienstverlening aan de burger. Dit kan het gemakkelijkst nagegaan worden op basis van de personeelsaantallen bij gemeente en OCMW.
Populistisch voorstel?
De tegenstanders van dit voorstel zullen natuurlijk aandraven met het argument dat dit een ‘populistisch’ voorstel is: “kappen op politici is gemakkelijk”. Terwijl dit voorstel gewoon een voortzetting is van eerdere regelgeving zoals toegepast bij fusies en bij de integratie van gemeente en OCMW, maar dan in omgekeerde richting. Wij verklaren ons nader.
Fusies: twee extra schepenen
Indien twee of meer gemeenten fusioneren, heeft de nieuwe gemeente recht op twee extra schepenen tijdens de eerste bestuursperiode (bovenop de schepenen waarop ze op basis van het nieuwe inwonersaantal recht heeft). De daaropvolgende bestuursperiode heeft zij nog recht op een extra schepen.
De verantwoording daarvoor was dat nieuwe gemeenten in de eerste jaren na de samenvoeging te kampen hebben met bestuurlijke uitdagingen van allerlei aard die een ‘gewone’ gemeente niet heeft. Meer dan andere zullen nieuwe gemeenten geconfronteerd worden met de organisatie van de dienstverlening in de nieuwe gemeente, met infrastructurele ingrepen voor de huisvesting van de ambtenaren en het aanbod van gemeentelijke dienstverlening. Elk van deze componenten bevat, behalve een managementluik, ook een belangrijke politieke dimensie. Het is daarom verantwoord dat in de bestuursperiodes na de samenvoeging, het schepencollege van de nieuwe gemeente tijdelijk uit een groter aantal uitvoerende mandatarissen bestaat. Aldus de verantwoording bij het decreet voor de vrijwillige samenvoeging (fusies) van gemeenten.
Indien het verantwoord is het aantal schepenen uit te breiden omwille van de organisatie en het aanbod van de dienstverlening, is het ook verantwoord het aantal schepenen te reduceren bij een daling van de dienstverlening.
Integratie gemeente en OCMW: loonsverhoging topambtenaren
Met de integratie van de gemeente en het OCMW zorgde de decreetgever ervoor dat slechts een leidinggevende, de algemeen directeur, aan het hoofd kwam te staan van zowel het personeel van de gemeente als dat van het OCMW. Voorheen waren dit respectievelijk de gemeente- en OCMW-secretarissen. Ook zorgde de decreetgever ervoor dat er slechts een financieel verantwoordelijke werd aangesteld voor zowel de gemeente als het OCMW, namelijk de financieel directeur.
Omdat de algemeen directeur als hoofd van het personeel instond voor meer personeel en de financieel directeur verantwoordelijk werd voor een hoger budget, redeneerde men dat zij beiden een forse salarisverhoging verdienden van wel 30 procent. De logica was dat verantwoordelijkheid dragen over meer personeel, meer diensten, een hoger budget moet resulteren in een hogere verloning. Tussen haakjes: de rest van het personeel kreeg geen loonsverhoging en moet zich tevreden stellen met de barema’s uit 1993!
Het is dan ook logisch dat de omgekeerde redenering gemaakt kan worden, namelijk dat indien er minder diensten zijn en er minder personeel tewerkgesteld wordt, de verloning van de burgemeester en schepenen daalt. Hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden verminderen immers ook.
Ons gedacht…
Net zoals het voor de Vlaamse decreetgever logisch was dat er schepenen bijkomen bij het doorvoeren van een fusie, is het logisch dat er schepenen verdwijnen bij het afstoten van bevoegdheden.
Net zoals het logisch was dat bij de integratie van gemeente en OCMW de algemeen en financieel directeur een loonsverhoging kregen omdat ze respectievelijk verantwoordelijk werden voor meer personeel en een groter budget, is het logisch dat de wedde van de burgemeesters en schepenen daalt indien er minder personeel werkt bij gemeente en OCMW.
Stefaan Helegeer, Gert Vlasselaer