OCMW in nood: overbezet en onderbemand en dus uitgeput 

 


ACOD Lokale en Regionale Besturen voerde op donderdag 24 april actie aan verscheidene OCMW’s in Vlaanderen. Het water staat de maatschappelijk werkers vandaag al aan de lippen. De Arizona-regering dreigt hen volledig onder te duwen.


De regering van premier De Wever wil de werkloosheidsuitkering beperken in de tijd tot twee jaar. Zowat 124.000 langdurig werklozen zullen worden uitgesloten van de sociale zekerheid. Zal dit de werkzaamheidsgraad omhoog krikken? Veel arbeidsmarktexperten menen van niet. Mensen kunnen niet uit het dal kruipen als ze nog meer de dieperik worden ingeduwd. Velen onder hen zullen aankloppen bij het OCMW om een aanvraag te doen voor een leefloon. Mensen opnieuw helpen groeien en bloeien is de drijfveer van alle medewerkers van het OCMW. Maar precies deze kerntaak van het OCMW zet de Arizona-regering nu op de helling. Zowel de langdurig werklozen, de maatschappelijk werkers, de onthaalmedewerkers als de burgers van onze gemeenten delen in de klappen.

Bijna een op twee langdurig werklozen heeft geen middelbaar diploma. Ondanks hun inspanningen botsen velen onder hen op structurele problemen, zoals een tekort aan kwaliteitsvolle jobs voor kortgeschoolden. Dat probleem wordt niet opgelost door mensen uit te sluiten van de sociale zekerheid. Het is ook onrealistisch te verwachten dat het OCMW hun ‘activering’ tot een goed einde zal brengen wanneer gespecialiseerde instanties zoals de VDAB hier vandaag al zo hard mee worstelen. Een op twee van de langdurig werklozen leeft vandaag in armoede. Door Arizona worden ze verder in de miserie geduwd. Het leefloon is laag. Het bedraagt per maand 858,97 euro voor samenwonenden, 1.288,45 euro voor alleenstaanden en 1.741,29 euro voor een samenwonende met gezinslast. Iemand met een leefloon bouwt bovendien ook geen pensioenrechten op.


Verhoogde werkdruk op maatschappelijk werkers


De maatschappelijk werkers van het OCMW zitten nu reeds op het tandvlees. Er zijn permanente personeelstekorten. In twintig jaar tijd verdubbelde het aantal leefloners van 80.000 naar meer dan 160.000. Door de Arizona-regering zal de instroom met 50 à 60 procent verhogen. Er moeten hierdoor naar schatting 500 maatschappelijk werkers extra aangeworven worden, terwijl er nu al 695 vacatures zijn. Maatschappelijk werkers willen mensen met een leefloon begeleiden en ondersteuning bieden. De dossierlast en de druk op de maatschappelijk werkers zal verder toenemen, waardoor finaal de kwalitatieve dienstverlening in het gedrang komt.

ACOD LRB eist betere werkomstandigheden voor het personeel van de OCMW ’s. Ook de cliënten zouden daar wel bij varen. De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd is voor beide partijen nefast. Maatschappelijk werkers willen mensen in moeilijkheden helpen opdat zij hun leven terug op de rails kunnen krijgen. Door de extra instroom dreigt hun werk echter gereduceerd te worden tot de beslissing of iemand al dan niet in aanmerking komt voor het leefloon. De tijd voor een persoonlijke begeleiding van de cliënt zal wegsmelten als sneeuw voor de zon. Controle wint het van een menselijke aanpak.


Meer controle, minder begeleiding


Vandaag gaan maatschappelijk werkers al gebukt onder een torenhoge administratieve werklast. Onder invloed van New Public Management-denkbeelden is er een toenemende verwachting rond meetbaarheid en resultaten. In een ideologisch klimaat waarin armoede en maatschappelijke kwetsbaarheid herleid worden tot een ‘individuele verantwoordelijkheid’ neemt de druk toe om te verantwoorden dat maatschappelijk werk wel ‘nuttig’ is en voldoende ‘opbrengt’. Een zekere administratie en registratie is natuurlijk onvermijdelijk, maar het gaat de verkeerde richting uit wanneer dit meer en meer ervaren wordt als een doel op zich dan als een middel. Als de focus volledig ligt op controle in functie van al dan niet toekennen van een leefloon, dan valt het element van begeleiding volledig weg. Veel maatschappelijk werkers hebben het gevoel dat ze louter nog beslissen of iemand geld krijgt of niet.

De administratieve werklast en de focus op meetbare doelstellingen zal verder toenemen als gevolg van een nieuw systeem dat de Arizona-regering op het oog heeft voor de financiering van de OCMW’s. Het is klaar en duidelijk dat het sociaal beleid voor de regering in de eerste plaats een instrument is om mensen toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Zij wil ook de OCMW’s herleiden tot een instrument om de werkzaamheidsgraad verder omhoog te krikken. Daartoe wordt voorzien in een bonus-malussysteem, waarmee OCMW’s via ‘outputgerichte financiële prikkels’ gestimuleerd worden om in te zetten op een aanklampende activering. De OCMW’s die goed scoren op een aantal nog uit te werken parameters zullen beloond worden. OCMW’s die het minder ‘goed’ doen, zullen boetes krijgen waarbij ook de toelage die ze krijgen van de federale overheid herbekeken kan worden. Ook dit zal meer registratie en administratie met zich meebrengen voor de medewerkers van het OCMW.


Frustratie leidt tot agressie


Als de focus volledig ligt op controle in functie van al dan niet toekennen van een leefloon, valt het element van begeleiding volledig weg. Veel maatschappelijk werkers hebben het gevoel dat ze louter nog beslissen of iemand geld krijgt of niet. De torenhoge werkdruk gecombineerd met de controlerende rol zorgt voor frustratie en stress. Maatschappelijk werkers zijn hulpverleners en sociaal bewogen mensen. Het zijn bruggenbouwers die mensen terug vooruit willen helpen. De gewijzigde visie in het beleid geeft hen echter een andere rol, gestoeld op controle en dwang. Maatschappelijk werk is altijd een weerspiegeling van de heersende normen en waarden. Wordt de kwetsbare medemens gezien als een ‘profiteur’, dan zal de maatschappelijk werker bovenal een ‘controleur’ zijn.

Als de activeringsdruk op de maatschappelijk werkers toeneemt, dan wordt dit bovendien gevoeld door iedereen in de organisatie. Een hogere werkdruk dreigt onvermijdelijk ook een langere wachttijd bij de cliënten met zich mee te brengen. De frustratie bij de cliënt zal toenemen. Bovendien is er een tekort aan kinderopvang, sociale woningen, daklozenopvang, psychische hulp. Ook hierop worden de individuele hulpvragers afgerekend. Vooral de onthaalmedewerkers en andere eerstelijnsfuncties in het OCMW delen vandaag al letterlijk in de klappen. Alleen al in Antwerpen waren er het voorbije jaar meer dan 700 agressiemeldingen. We vrezen dat zulke cijfers alleen maar in stijgende lijn zullen gaan, wanneer de armoede en de sociale ongelijkheid ten gevolge van het hardvochtige Arizona-beleid zullen toenemen.


Dienstverlening in het gedrang


De uitbetaling van het leefloon is een wettelijke verplichting van het OCMW. Veel steden en gemeenten zetten met hun OCMW’s echter in op een veel uitgebreider sociaal beleid, waarvan niet alleen mensen met een leefloon de vruchten dragen. Maar zullen de OCMW’s daarvoor nog de tijd en de middelen vinden? De hogere instroom van het aantal leefloners zal een dure zaak zijn voor de lokale besturen. De Arizona-regering voorziet in compensaties, maar die zijn afhankelijk van de resultaten inzake de uitstroom van leefloongerechtigden naar duurzame tewerkstelling. Lokale besturen met weinig tewerkstellingsmogelijkheden in hun lokale economie zullen daarvan dus financieel de dupe zijn. Zeker ook in combinatie met het bonus-malussysteem dat we hierboven al aanhaalden. Wat zullen die getroffen besturen doen? Veel kans dat zij de sociale dienstverlening van het OCMW tot het wettelijk minimum zullen beperken.

Samen met de Vlaamse regering zal Arizona ook een interne concurrentie binnen lokale besturen organiseren tussen enerzijds het sociaal beleid en anderzijds de andere bevoegdheden. Zo wil de Vlaamse regering het mogelijk maken dat het OCMW kan fuseren met de gemeente op het niveau van de rechtspersoonlijkheid. De federale regering wil in dit verband de deelstaten de mogelijkheden bieden om de wetgeving aan te passen zodat een volledige integratie van OCMW en gemeente kan gerealiseerd worden. Daardoor dreigt het ruime sociaal beleid van het OCMW – dat veel verder gaat dan het uitbetalen van leeflonen – verdrongen te worden door de andere beleidsdomeinen van het lokale bestuur. Het is onze vrees dat lokale beleidsmakers uit electorale overwegingen liever zullen inzetten op een nieuwe sporthal dan een nieuw woonzorgcentrum.

 

Gert Vlasselaer, Dries Goedertier

 

 


Documenten
1920x620-LRBB.jpg