Minimumdoelen basisonderwijs: een nieuw tijdperk

 


Op 3 juli gaf de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement haar goedkeuring aan het voorstel van decreet waarin de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs opgenomen staan. Om de timing van de minister te halen en de doelen in werking te laten treden vanaf 1 september 2025, moest het Vlaams Parlement zijn goedkeuring nog voor het zomerreces geven.


Het basisonderwijs staat aan de vooravond van een ingrijpende onderwijshervorming. Die kwam tot stand in een razend en soms verstikkend tempo waardoor onder meer het advieswerk onder druk kwam.

Minimumdoelen zijn geen voorwerp van onderhandelingen met de sociale partners. De vakbond kan zijn stem dus enkel via de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) laten horen. De Vlor adviseerde op twee sleutelmomenten in het proces, eerst op eigen initiatief over de visienota en daarna op vraag van de minister over de set doelen die de commissie Muijs op 30 april afleverde. De doelen werden al in een voorontwerp van decreet gegoten nog voor de Vlor zijn advies had kunnen uitbrengen.


Snelheid gaat voor grondig advies


Bovendien ontving de Vlor over dat voorontwerp van decreet, dat 715 pagina’s telt, een spoed-adviesvraag die niet eens de wettelijk bepaalde adviestermijn van tien werkdagen respecteerde. Hierop reageerde de Vlor met een brief aan de minister waarin het proces geproblematiseerd werd en de schending van het legaliteitsbeginsel werd aangekaart. Ook in de vorige adviezen werd er al op gewezen dat er weinig tot geen ruimte voor debat is geweest over de gemaakte keuzes. Zo een werkwijze laat snelheid primeren op grondige advisering en democratisch debat.


Haalbaarheid: aanpassingen voldoende?


In haar laatste advies stelde de Vlor de haalbaarheid van de doelen binnen de gestelde onderwijstijd in vraag. Niet enkel de omvang van sommige ‘vakdisciplines’ springt in het oog, maar ook het feit dat er onder meer voor de ICT-doelen en voor verkeersopvoeding geen onderwijstijd was ingecalculeerd. In het voorstel van decreet werden aanpassingen aangebracht, maar of dit voldoende is om de haalbaarheid te garanderen, zal nog moeten blijken.


Implementatie en gedoogperiode: voortschrijdend inzicht


De Vlor vroeg in haar advies op de visienota om de implementatie gefaseerd te laten verlopen en de gedoogperiode van twee jaar uit te breiden naar drie tot vijf schooljaren. Op die voorstellen reageerde minister Demir furieus en slingerde ze de Vlor allerlei ongegronde verwijten naar het hoofd. Ondertussen is er een voorstel van gefaseerde aanpak opgenomen in het voorstel van decreet en diende zelfs Demirs eigen partij een amendement in om een uitbreiding van de gedoogperiode tot 2030-2031 decretaal vast te leggen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.


Ondersteuning voor scholen


De minister lanceert 30 ‘inspiratiescholen’, een nieuw kenniscentrum en extra begeleiders in de pedagogische begeleidingsdiensten als ondersteuning voor scholen. Wij zijn echter overtuigd dat dit niet volstaat en dat er dringend werk moet worden gemaakt van tijd en middelen voor overleg en professionalisering.

Als een hervorming gedragen is, als ze met respect voor de expertise van de leraar tot stand is gekomen en als ze rekening houdt met de praktijk, dan geeft zij geen extra werkdruk of planlast. Dan creëert ze energie en zuurstof voor scholen. De verdere aanpak van deze hervorming zal bepalen in welke richting het uitdraait voor scholen.

 

Alle adviezen van de VLOR zijn te vinden op www.vlor.be